Langs het ravijn - B. Jungmann

"...In het paarse shirtje van de beste sprinter arriveert hij als eerste boven op de Gavia: blote armen, blote benen en een verijsd pakketje sneeuw op zijn hoofd. Hij is op weg naar eeuwige roem, zo lijkt het. Maar daarna verdwijnt Johan van der Velde spoorloos in de witte wereld om er 46 minuten en 49 seconden na ritwinnaar Breukink geheelontredderd weer uit te voorschijn te komen. "

Reconstructie van een zomerdag in de Dolomieten. Bij de start, ' s morgens in Chiesa Valmalenco, is het al behoorlijk fris. Verzorger Giuseppe Parolini heeft Johan van der Velde gezegd zich flink aan te kleden, niet alleen omdat het al koud is, maar vooral vanwege de Gavia en het onberekenbare weer op die hoogte. Men verwacht sneeuw en temperaturen onder nul.

Het belooft dus een dag te worden om alleen maar te overleven. Dat zijn van die dagen waarop Johan van der Velde graag in zijn handen spuugt en hem van jetje geeft. Hij geldt weliswaar als een van de meest sociale renners in het peloton, maar op de dagen dat hij zich goed genoeg voelt om in zijn handen te spugen, kan Johan van der Velde onbarmhartig zijn.

Voor de Gis-ploeg is de Giro tot dan toe niet geweldig verlopen. Van der Velde rijdt weliswaar in het paars van de punten, maar dat is tegen die tijd al een beetje normaal geworden. Het weegt in elk geval niet op tegen het ontbreken van een ritzege en het bleke optreden van kopman Marco Giovanetti.

Al in de aanloop naar de klim keert Van der Velde het peloton zijn rug toe. Het is droog geworden en het klaart zowaar een beetje op. Mooi weer voor een stuntje. In de eerste kilometers ontdoet Van der Velde zich van alle extra kleding. Het zal best bar en boos zijn daarboven, maar van klimmen wordt een mens vanzelf warm en voor de afdaling zal Parolini boven op de Gavia wel wat klaar hebben liggen. Johan geeft jack, muts en extra handschoenen aan de motoragent die hem begeleidt.

Het gaat lekker. Hij achterhaalt eerst Teun van Vliet, Podenzana en Ghirotto, die net voor hem waren gedemarreerd. Even later heeft hij ook al Joho en Pagnin, de twee vluchters van het eerste uur, te pakken.

Het begint weer te regenen en het wordt snel kouder. Asfalt verdwijnt onder modder. Baggerend begint Johan van der Velde, als eenendertigjarige niet meer zo druistig als in zijn beginjaren, te twijfelen aan het heil van zijn expeditie. Hij snijdt een thema aan waarvan wielrenners zichzelf verre moeten houden: dit kunnen ze ons toch niet aandoen?! Regen wordt sneeuw, modder wordt grind, grind wordt ook sneeuw en koud wordt koudst. Johan van der Velde weet niet meer hoe hij het heeft. 'Ik zat te schokken op de fiets en mijn handen leken wel bevroren.' Zo komt hij als eerste boven op de Gavia: een paars bibberspook in bevroren mist. Giuseppe Parolini heeft zijn auto net voorbij de top geparkeerd en via de koersradio vernomen dat Johan van der Velde op kop ligt. Vanwege de half verharde weg en de risico's op lekke banden staat Parolini met een paar extra wielen langs de kant In een plastic tas heeft hij warme kleren voor de koploper. Veel te laat onderscheidt Parolini het paars in het wit. Hij roept naar Johan, hij schreeuwt naar Johan, hij smeekt hem te stoppen. Maar Johan van der Velde ziet, voelt en hoort niets meer. Vele jaren later vindt Parolini dat nog altijd eeuwig zonde. 'Als hij daar een minuutje was gestopt, een wijntje had gedronken en iets warms had aangedaan, was hij eerste geworden. Johan had die dag geschiedenis kunnen schrijven.' Nu begint Van der Velde verkleumd en moederziel alleen aan de afdaling. Ploegleider Valdemaro Bartolozzi rijdt achter Giovanetti aan. Na een paar kilometer dalen, stelt Van der Velde vast dat het zo niet langer gaat. Met dat schokkende lijf is er zelfs voor hem geen eer te behalen aan deze afdaling. Hij knijpt in zijn remmen en krijgt van koersdirecteur Torriani een jack en een paar handschoenen aangereikt. Maar het is al te laat. De kou zit in zijn botten en verlamt zijn spieren. Elke bocht wordt een hels karwei. Breukink en Hampsten komen langs, even later gevolgd door Giovanetti en Franco Chioccioli. Parolini is weer in de auto gestapt en sukkelt naar beneden, luisterend naar de koersberichten. Taal noch teken van Johan van der Velde. 'Alsof-ie van de aarde verdwenen was.' Wanneer hij de auto even verderop neerzet, in afwachting van andere Gis- renners, komt er iemand op hem af en vraagt of hij de verzorger is van Johan van der Velde. De man vertelt dat Johan even verderop in een busje zit. Parolini gaat er meteen op af.

Nadat nog meer wielrenners hem gepasseerd zijn, heeft Van der Velde vastgesteld dat het gekkenwerk is. Hij passeert het busje van Antonio Salutini, een collega van Parolini, en bedenkt zich geen moment. Hij pakt zijn fiets, stapt in en ziet tot zijn grote verbazing dat zeven renners hetzelfde hebben bedacht en besloten. Er wordt geschreeuwd van de kou in het busje, en wanneer de lichamen weer tekenen van leven vertonen en gaan tintelen, wordt er gehuild van de pijn. Het overvolle busje schudt ervan.

Parolini treft een huilende Johan van der Velde aan, die zegt dat hij ermee stopt. Parolini denkt aan de verdiensten van de paarse trui, toch ook zijn verdiensten, en antwoordt dat dat niet kan. Hij trekt zijn eigen trui en jack uit, geeft die aan Johan in de hoop dat ze hem overtuigen. Maar de kopman van de Gis- ploeg is door geen duizend verzorgers nog op de fiets te krijgen. In zijn T-shirt keert Parolini onverrichter zake terug naar zijn eigen auto.

Inmiddels hebben Johan van der Velde en de andere renners in het busje collega's zien passeren die helemaal droog zijn. Die hebben kennelijk ook een goed heenkomen gezocht en daarna hun weg vervolgd. Salutini start de motor en rijdt met het busje naar beneden. Op drie kilometer voor de eindstreep draait hij een klein weggetje in. Hij parkeert de wagen achter een boerderij en uit het zicht.

De meeste renners springen met fiets en al te voorschijn om de laatste kilometers op twee wielen af te leggen. Johan twijfelt. Hij vindt dat dat niet kan. Maar het ergste dat hem kan overkomen, is diskwalificatie. De deelnemers die de hele weg op de fiets hebben afgelegd, zijn inderdaad woedend en een enkeling dient een protest in. Maar de jury ziet af van diskwalificatie. De Giro zou in één klap een derde van het deelnemersveld kwijt zijn.

Een paar dagen later meldt een motoragent zich bij Gis- ploegleider Bartolozzi. Hij heeft een regenjack, een muts en een paar handschoenen bij zich. Gewassen, gestreken en keurig opgevouwen.